vrijdag, december 23, 2005

Pas gelezen: De vuurwerkmakers van Chris de Stoop

Tegenwoordig ontstaat er ook riooljournalistiek van de bovenste plank. Het Laatste Nieuws bracht onlangs een reportage over de Baseggio's in het bedroevende Clabecq. Geloof mij, de broeders Dardenne hebben nooit een betere film gedraaid. Walt kocht voor elk familielid een horecazaak op het marktplein van Clabecq. De interieurs zijn zo lelijk dat je die maar in Wallonië kunt aantreffen. De verschillende "clanleden" kwamen aan de beurt om een verklaring te geven voor de zwaarlijvigheid van Baseggio. De zus zei dat Walt nochtans zeer lette op zijn lijn, dat hij altijd het soberste maal nam in haar restaurant. En dan schreef de journalist iets als: "Ha, dat kan allemaal zijn maar ik lees hier op de menukaart: Pizza Baseggio. Dat is de meest belegen pizza, met maar liefst 18 garnimenten." En dan somt hij ze een voor een op.

Ik denk terug aan die video die op het web cirkuleerde met beelden uit de spelersbus van Anderlecht. Achterin zitten de spelers allemaal samen in een groot salon. Dat is er geïnstalleerd, in die spelersbus. Aruna is in zijn nopjes. Hij roept luid: Nous sommes à Bruges. En dan zet hij in: Dikke Baseggio! In het Nederlands. Dat heeft hij begrepen, onze Ivoriaan. Alle spelers vallen in en dan zoomt de cameraman (die ook een speler geweest moet zijn, misschien rat De Boeck) in op Walt die dwaas voor zich uit zit te lachen.

Waarom vertel ik dat nu allemaal? Ik wou eigenlijk beginnen over mensen die krantenartikels uitknippen, gewoon, omdat ze ze knap vinden en willen bewaren. Ze bestaan, die mensen, en het spreekt voor zich dat je mij nooit zult zien knippen. Maar ik weet nog de twee knapste krantenartikels die ik ooit las. Het een was een interview met subcommandante Marcos. De interviewer was een Zuid-Amerikaanse schrijver met een naam als een klok, maar ik durf niet meer zeggen welke. Ik was in beate bewondering voor de subcommandante. Nooit een revolutionair beter de beginselen horen uitleggen. Subcommandante is de enige in wiens armen ik mijn troost zou vertrouwen. Met die man zal het nooit misgaan. Er zijn er die zeggen dat Mulele zuiver van hart was. Ik reken meer op de man met de muts. Die is wat slimmer bovendien.

Het andere artikel ging over Rwanda, tien jaar na de genocide. Chris de Stoop, die het land met 1000 heuvels voor de genocide typeert als een pastorale idylle, sprak met een gewone Rwandese vrouw, nooit weet je of ze T dan wel H is, in Gisenyi, waar ik ook ooit nog passeerde, op doorreis van Goma, Kivu naar Kigali. Alles wat gezegd moest worden werd gezegd. Ik dacht aan het artikel toen ik vorige week in de bib tegen de roman van de Stoop aanliep. De beslissing was niet moeilijk; ik wist dat hij een verhaal kon weergeven en wou weten of hij er ook een kan verzinnen.

Eerlijk is eerlijk: het is een magnum opus, al valt het een beetje vrouwelijk uit voor mij. De protagoniste, wiens leven en geschiedenis je in flarden krijgt, is verminkt. Om te weten wat gebeurd is, moet je verder lezen. Elk boek zou een dergelijke stuwkracht moeten hebben.

Het is een boek over vuurwerkmakers, van de nobelsten onder de stielmannen omdat ze mensen in vervoering brengen. Het geeft de Stoop de gelegenheid om uit te wijden over kleuren, een dimensie in het kijken die bij mij - en ik zal daar niet alleen in zijn - te weinig ontwikkeld is.

De Stoop grist op een plezante manier in ons collectief geheugen. Bijvoorbeeld over de eerste kosmonaut die bij zijn terugkeer verklaarde dat hij daarboven geen god gezien had. Op geregelde tijdstippen valt ook de naam Marco Polo. Ik moet toegeven dat ik deze figuur amper kon plaatsen in de geschiedenis. Wikipedia: Marco Polo is een dertiende eeuwse Venetiaanse handelsreiziger die als eerste westerling de zijderoute bereisde en zijn avonturen optekende in Il Milione. Met de link naar China wordt de Stoops' boek zeer actueel.

In De vuurwerkmakers toont hij zijn vertelcapaciteiten. Hij gebruikt de techniek om een familielijn neer te zetten - van handelaars en vuurwerkkundigen - doorheen de laatste telg, de verminkte vrouw. Möring doet hetzelfde in het eveneens fantastische In Babylon. Sommige Zuid-Amerikaanse schrijvers zijn beroemd om hun familiekronieken. Ik weet niet meer welke. Mijn computer staat afgesteld op een internetradiostation en speelt, it's all over now, baby blue.

maandag, december 19, 2005

Achter de avant-garde

Gisteren de tentoonstelling van de Russische avant-gardisten in Brussel bezocht (volgens The Financial Times de tentoonstelling van het jaar!). Boeiend, eigenlijk zelfs te boeiend, want waar let je dan op, tijdens een museumbezoek dat zo ongeveer anderhalf uur duurt. Probeer je dan zoveel mogelijk schoonheid tot je te laten doordringen? Of probeer je zoveel mogelijk te begrijpen van de toegevoegde uitleg? Of, ga je - zoals Max Dusseldorf die een beetje Russisch kent - proberen zoveel mogelijk taal te lezen die op de werken verschijnt? Een beetje vanalles zekerst?

Een kunststroming bij leren kennen: het kubo-futurisme. Dat is nogal wat. Stel je voor dat je op café kunt zeggen dat je kubo-futurist bent. Wat mij ook bijgebleven is, is dat die Russen in de jaren twintig geweldig knappe architectuur tekenden, zelfs nu nog is die zeer eigentijds. Ze hebben hun tekeningen wel niet kunnen laten bouwen omdat een of andere Georgiër het Sovjet-realisme oplegde.

Het schilderij dat ik mooist vond, trof ik aan op het web. De Renner van Goncharova.

zondag, december 18, 2005

Moet er nog neokolonialisme zijn?

Waarschijnlijk betaalt u ook graag belastingen (nou ja) als het geld gebezigd wordt voor steun aan de Derde Wereld. Om de Congolese militairen in het lijntje te doen lopen en hen te doen ophouden de plaatselijke bevolking te ambeteren betalen we bijvoorbeeld de soldij van die bruine mannen in het groen. Allemaal goed en wel, probleem was dat dit geld nooit bij de simpele soldaat terecht kwam. Die bleef geld en voedsel van de bevolking opeisen (als het daar bij blijft) en bleef beschikbaar voor de eerste de beste broodheer die zich aandient. Uw zuurverdiende centen verdwenen in de zakken van een of andere Congolese poeftie die zich met de titel van minister of kolonel tooit.

Deze perversie is gelukkig stopgezet. De westerse landen gaan zelf een systeem opzetten voor de uitbetaling van de Congolese militairen. Voeg daaraan toe dat de VN-missie in Congo, de Monuc, al meer overheidstaken uitoefent dan de Congolese staat of wat daarvoor doorgaat, en dan kom je tot de vaststelling dat het neokolonialisme daar is. We durven het enkel nog niet zeggen. Maar gelukkig zijn we af van de oplossingen ala Bono, een idiote kwijtschelding van schulden van de Derde-Wereld-landen.

Het referendum in Congo was overigens niet zo een succes als de meeste kranten laten uitschijnen. Gelukkig is er nog Het Volk.

vrijdag, december 16, 2005

De poëzie van de macht

Hey, gisteren heb ik Angela Merkel gezien. Ze passeerde in een grote wagen langs het kruispunt waar ik wachtte op het groene ventje om over te steken. Onbenullen beweren dat Merkel qua charisma niet kan tippen aan haar voorganger Schröder. Voorwaar, ik typ u, er zijn weinig vrouwen op deze wereld met boeiendere ogen. Schröder en Fischer zijn in vergelijking met Angela niets anders dan vulgaire macho's.

De rechtbank van Istanbul heeft het proces tegen de schrijver Orhan Pamuk uitgesteld. De man had het bestaan te beweren dat de Turken een miljoen Armeniërs en dertigduizend Koerden geliquideerd heeft. Er zijn weinig historici die hem tegenspreken. Ik heb enkele van de 3.000 vernietigde dorpen in Turks Koerdistan gezien, waardoor de ongeletterde boeren naar de verpauperde Koerdische steden moesten trekken.

De Turkse premier Erdogan (zie foto met zijn vrouw) is best een geschikte kerel. Hij merkt fijntjes op dat de westerse pers toch wel veel aandacht heeft voor Pamuk, dat hij geen westerling mocht ontmoeten toen hij vier maanden moest brommen nadat hij een religieus gedicht voorgelezen had. Het is een populist maar gaat niet plat op zijn buik liggen. Hij heeft een cd op de markt gebracht met gedichten die hij voorleest. Wat hebben staatslui met poëzie dezer dagen? de Villepin schreef al een schier onleesbaar boek over de dichtkunst. Erdogan's cd verkoopt niet al te best. Ik had het hem nochtans graag gegund.

Wat een verschil met de muslimfundi Ahmadinejad. Met zijn doldwaze opmerkingen over het buitenland kan die schoft zo Belgisch begrotingsminister worden. 60 jaar te laat komt zijn geroep dat een joodse staat in Duitsland en Oostenrijk hoort te liggen. De Iraniërs verdienen beter (wij Belgen ook trouwens). De Iraniërs, dat zijn geen moslims. Dat zijn Perzen. Zoro-asters. Misschien moet de CIA maar eens investeren in het oprichten en ondersteunen van Iraanse vzw's die de Perzische roots propageren. Er zijn al moslims genoeg in de wereld!

Zondag is het grondwettelijk referendum in Congo. Er weet niemand wat er in de grondwet staat maar toch zal er ja gestemd worden. Het is uitkijken naar de opkomst en de organisatie van het gebeuren.

dinsdag, december 13, 2005

Uncle Sam is watching you

Het leuke aan het web is dat je antwoord krijgt wanneer je je iets afvraagt. Laatst las ik in een tekst het bekendste pseudoniem voor de Amerikaanse overheid, Uncle Sam, en ik moest weten waar het vandaan komt. Het waren Amerikaanse soldaten die in 1812 een voedselrantsoen kregen waarop de letters U.S. stonden. Ze bedachten de naam Uncle Sam. In 1961 nam het Amerikaanse parlement de term over.

De afbeeldingen van de man (een rijzige oudere man met een hoge hoed) kwamen tot stand tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Mij lijkt het een directeur van een circus, en als de Amerikaanse staat zich daarmee wil vereenzelvigen, dan is dat tekenend. Bekendst zijn de tekeningen waarmee het Amerikaanse leger ging recruteren. De tekenaar pastte een oude truc toe: de pupillen werden centraal geplaatst waardoor het, waar je ook staat tegenover de afbeelding, lijkt of de man je richting uitkijkt.

PS: het mag niet verbazen dat Uncle Sam veel parodiën uitlokte.

vrijdag, december 09, 2005

De Charmes van de Chaff

Een stadscafé is meestal mooi, maar het is kunstmatig, het werk van een designer. Het bier is er duur en de bediening onpersoonlijk. In een stadscafé komen rare snuiters binnengewandeld maar mensen praten er niet met elkaar, enkel met de compagnon aan hun tafel. Een dorpskroeg is 9 op de 10 archielelijk. Of het staat vol met kitscherige meubels, of het is intriest bruin. De prijs van het bier is democratisch en het is een ontmoetingsplaats van de buurt. Je kan er met iedereen een gesprek aanknopen, maar het zijn allemaal dorpelingen.

Probeer je nu eens een café voor te stellen dat de beste van twee werelden combineert. Voor mij is dat geen probleem: ik ben een geregeld bezoeker van de Chaff, het organische café met het grote raam met uitzicht op het plein en met de sympathiekste opdiensters van Brussel, te meer dat ik sinds kort altijd enkele biertjes van het huis krijg, bij wijze van getrouwheidspremie. (in den beginne was dat anders; een kameraad en ik kregen eens een rekening voorgeschoteld van 14 duvels. we rekenden af en buiten zei ik hem dat er iets niet klopte maar dat ik niet wist wat. na lang nadenken wist hij het: wij kunnen elk maximum 5 duvels drinken, hoe zouden we aan 14 geraakt zijn?)

Gisteren weer een mooie Chaff-avond beleefd. Eerst kwam er een oude Marokkaan zonder tanden aan ons tafeltje vervelend doen. Wat ik kon opmaken uit zijn gebrabbel was dat hij meegevochten had in de oorlog van '63 tegen Israël. Ik heb onmiddellijk gelogen dat ik jood was, en dat hij er verdacht berbers uitzag, dat hij dus evenveel last had van de Arabische expansiedrift als ik. Wat hij antwoordde heb ik niet begrepen want hij was beschonken en zonder tanden is het kennelijk niet makkelijk articuleren. Ala, de opdienster heeft hem eruit gegooid, of is hij gevlucht, ik weet het niet. Ik lette meer op het verjaardagsfeest van een Afrikaanse dame die een tafeltje verder achtereenvolgens een bord eten, een coupe ijscrème en een fles champagne voorgeschoteld kreeg. Ze huilde van geluk. Ik kwam er een huurder van mij tegen die mij eraan herinnerde dat hij achterstal had en mij cash vergoedde. Ik heb hem direct een pint getracteerd en als de opdienster vroeg of ik een verzoeknummer wou aanvragen, heb ik uit gewoonte geantwoord: Sergeant Pepper. Ik weet dat dat op hun harddisk staat.

Nu moet ik jullie vragen nooit naar de Chaff te komen. Laat het intact. Vergeet dat je die naam ooit al gehoord hebt.

woensdag, december 07, 2005

Geen Volga's meer

Nieuwe Volga's (de sierlijke russische wagens met de zachte vering) zullen niet meer van de band rollen. De technologische achterstand was te groot geworden. Ik zal ze wel missen, ik liet mij graag in een dergelijke wagen vervoeren wanneer ik in de voormalige CCCP was.


Ik geloof dat Iran ook al gestopt is met de productie van hun staatsauto, de Paykan. Die zal ik in elk geval niet missen. Slechte auto's en rook dat er uit komt! En lelijk! Ik weet niet in wat Rafsanjani zich laat rondrijden maar het zal zeker geen Paykan zijn.

Kabila de populairste volgens nieuwe enquête

In landen met een moeilijk politiek klimaat wint de zittende president meestal de verkiezingen. Louis Michel (als minister van Buitenlandse Zaken) moet dat geweten hebben toen hij aan de kar trok om Joseph Kabila president te maken van het overgangsregime. Joseph Kabila was de protégé van Forrest, de Belgische zakenman in Congo met wie verschillende liberale prominenten nauwe vriendschapsbanden onderhouden (Chevalier is alle schaamte al lang voorbij). Betaalde vriendschapsbanden welteverstaan. Dat het voor Michel een financiële nuloperatie betrof, weiger ik te geloven. Forrest zelf vaarde alleszins wel bij de concessies die Kabila hem toekende.

Hoe dat komt dat een zittend president de verkiezingen wint? Of de uitslag wordt gefraudeerd, of de media is in handen van de president, of de oppositie wordt geïntimideerd, of een combinatie. De verkiezingen in Congo zullen niet gefraudeerd moeten worden. Uit een nieuwe enquête in hoofdstad Kinshasa blijkt dat Kabila kan rekenen op 28% tegen 22,5% voor Tshisekedi. Verder komt er niemand boven de 10% uit. Tshitshi's UDPS blijft wel de grootste partij.

De media-controle van Kabila werpt vruchten af. Elke dag verschijnen doldwaze hagiografische geschriften in de pers. In een bepaalde Congolese stad werd mobiel bellen mogelijk "dankzij Kabila" terwijl het gewoon een operator was die zijn netwerk verder uitbreidde. De foto's die je op het web vindt tonen een Kabila vanuit kikvorsperspectief (ik vond nog een oude, zie hiernaast). Een andere techniek van Kabila is het inschakelen van de charismatische priester-managers van privé-kerken in het land. Zij vertellen hun gelovigen dat Kabila een zegen is voor het land.

Van Kabila zijn we nog niet af. Hij bestaat het niet even lang aan de macht te blijven als Mobutu (32 jaar), daarvoor is hij veel te dom. Maar de volgende jaren blijft hij nog wel even op zijn stoel.

zondag, december 04, 2005

De revolutie is een sterk merk

In Mondiaal Magazine, Mo* voor de vrienden, staat deze maand een sterk artikel. Lezers van het tijdschrift zullen opmerken: er staat elke maand wel een sterk artikel in. Dat is waar. Deze keer bijvoorbeeld over hoe de illegalen leven in ons land. Waar ik op wil wijzen is dat er deze week een superbonus te lezen staat: een reportage over het Activism Festival in Tirana. Daar kwamen bijeen: jonge revolutionairen uit Albanië, Georgië, Oezbekistan, Oekraïne, Libanon, Azerbeidzjan, Kosovo en meer van dat soort maffe landen. Hoe het komt dat ik geen uitnodiging voor die bijeenkomst gekregen heb, ik weet het niet. Onterecht is het alleszins.

De revolutie is een sterk merk, is de titel van de reportage. Wat daarmee bedoeld wordt is dat de jonge revolutionairen hun inspiratie eerder halen bij Coca-Cola dan bij de Parijse opstand van '68. De Servische Otpor!-militanten voerden hit-and-run operaties uit waarbij ze ervoor zorgden dat hun stickers overal in het straatbeeld verschenen. Hun logo verscheen op paraplu's, t-shirts, aanstekers, ...

De jongeren weten dat ze de media nodig hebben en schuiven gêne opzij. Eén van hen vertelt: "Als je gaat betogen en een Franse journalist interviewt je, zeg hem dan dat dit zoiets is als Parijs '68. Als de journalist een Pool is, vergelijk je beweging dan met Solidarnosc."

Die gasten geloven ook in de kracht van spotternijen. Tijdens de presidentsverkiezingen in Azerbeidzjan liep een op straat met een ezel. Over de ezel ging een kleed met daarop geverfd: stem voor mij.

Volgend paragraafje onderlijnde ik:
Ako Minashvili (aan de naam te zien moet het een Georgiër zijn) roept de activisten uit Azerbeidzjan, Oezbekistan en Wit-Rusland op troost te vinden in de opwinding van hun strijd. 'Sinds wij gewonnen hebben, is het leven behoorlijk saai geworden.'
Ik denk meteen aan het boek van Lieve Joris over Hongarije, waarin ze beschreef hoe de vooraanstaande Samizdat-oppositieleiders zich verveelden na de val van het communisme.

vrijdag, december 02, 2005

Interviews van onder de evenaar

Eén van de grote voordelen van het internet, is dat we de kans krijgen kranten uit pakweg Congo te lezen. De manier waarop zij artikels opstellen, is toch enigszins anders dan in Europa. Zie hier de eerste vraag en antwoord van een interview in La Référence Plus:

La Référence Plus: Merci d’avoir accepté l’invitation de notre journal. Pourriez-vous vous présenter à nos lecteurs ?

Paul Bandoma: Avant cela, je voudrais vous demander que nous puissions observer une minute de silence en mémoire de Franck Ngyke, votre journaliste assassiné dernièrement que j’ai connu.
Pour la présentation, je m’appelle Paul Bandoma Vemba. Je suis un ancien ministre de plusieurs gouvernements du temps, passé, ancien ambassadeur de notre pays en République fédérale d’Allemagne. Actuellement, je siège au conseil d’administration de l’ONC (Office national du café) en qualité de président. Je continue, en même temps, à servir mon parti, le PPRD dans le Bureau politique dont je suis membre. Marie, je suis père de 8 enfants et de 14 petits enfants.

Een minuut stilte tijdens een interview! En dan dat cv van Paul Bandoma. Wat hij eigenlijk zegt is hetvolgende: "welke dictator of cleptomaan er ook aan de macht is, ik slaag er altijd in mijn graantje mee te pikken." Nu maakt hij dus deel uit van de PPRD, de partij van president Kabila.