zondag, oktober 02, 2005

Pas gelezen: Blauwbaard van Kurt Vonnegut

Het lijkt soms of je voorbestemd bent om sommige boeken te lezen. Dit is er een van. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat Kurt Vonnegut een boek schreef over de genocide van de Turken op de Armeniërs. Aha, de trouwe lezer van mijn blog zal zich herinneren dat ik in Armenië was op reportage, op deze website stonden trouwens impressies van het Kaukasusland.

En dan is er Vonnegut, een van mijn favoriete auteurs, een Amerikaan, en ik vermeldde al hoe ik van de Amerikaanse literaire traditie houd. Vonnegut kan elk thema aan, zoals de genocide. Hij brengt dat tegelijk met respect en met lichtvoetigheid. Het boek zou een plezier zijn om er een boekbespreking voor school van te maken, zoveel themata die perfect zijn uitgewerkt. En nooit wordt het zwaar op de hand.

Op zijn oude dag leeft de abstract-expressionistische kunstschilder Rabo Karabekian samen met een gekke schrijver. Hun enige band zijn de lichamelijke letsels die de Tweede Wereldoorlog hen liet. Over die vriend schrijft hij:

Wat het er ook niet beter op maakt is dat hij op een Japanse handgranaat is gaan liggen en sindsdien vele malen in dolhuizen voor gevorderden heeft verbleven. Het schijnt dat hij niet alleen met een bijzonder gevoel voor taal is geboren, maar ook met een buitengewoon onaangename klok waardoor hij zo ongeveer om de drie jaar krankzinnig wordt. Hoed u voor goden die geschenken aandragen!

Dat staat in de autobiografie die Karabekian schrijft, een onderneming waaraan hij begonnen is onder de impuls van een weduwe die ook op zijn landhuis verblijft. Af en toe leest ze een fragment (bijvoorbeeld over hoe Karabekian's ouders zich heel hun leven schuldig voelden over het feit dat ze de Armeense genocide overleefden) om het daarna met Karabekian te bespreken:

In de loop van ons gesprek over het overlevendensyndroom vroeg ze me zojuist of mijn vader de Turken gestraft wilde zien voor wat zij de Armeniërs hebben aangedaan.
'Dat heb ik hem ook gevraagd toen ik een jaar of acht was en dacht dat het leven er misschien spannender van zou worden als wij op een vorm van wraak uit waren', zei ik. 'Vader legde zijn gereedschap neer, daar in zijn werkplaatsje, en staarde naar buiten en ik keek ook naar buiten. Daar waren een paar Luma-indianen te zien, weet ik nog. Het Luma-reservaat was maar zeven of acht kilometer verderop en soms werd ik door bezoekers aan onze stad voor een Luma-jongen aangezien. Dat vond ik heerlijk. In die tijd leek me dat veel leuker dan Armeniër te zijn. Vader gaf me ten slotte het volgende antwoord op mijn vraag: "Het enige wat ik van de Turken wil is de erkenning dat hun land nog lelijker en vreugdelozer is geworden nu wij weg zijn."'

Van de dame op het landhuis nog een leuke anekdote genoteerd:

Mevrouw Berman vertelde me een legende over zigeuners die ik nooit eerder had gehoord. 'Ze stalen de spijkers van de Romeinse soldaten die Jezus zouden kruisigen', zei ze. 'Toen de soldaten de spijkers zochten waren die op mysterieuze wijze verdwenen. Zigeuners hadden de spijkers gestolen en Jezus en de menigte moesten wachten tot de soldaten nieuwe spijkers hadden laten komen. Daarna gaf God de Heer alle zigeuners toestemming te stelen wat ze konden. Alle zigeuners geloven dat verhaal.'

0 Reacties:

:
:
:

BloggerHacks

<< Home