woensdag, november 30, 2005

Pas gelezen:Mogelijkheid van een eiland van Michel Houellebecq

Echt overtuigd van Houellebecq's laatste ben ik niet. Dat toekomstig gedoe over de klonen vind ik er te veel aan, niet overtuigend genoeg, en filosofisch uitweiden heb ik al beter zien doen, door Gyorgy Konrad bijvoorbeeld, of Saramago.

Ik lijk wel te klagen, terwijl iedereen weet hoe graag ik Houellebecq lees. Zijn schunnigheden ("Wat de mensenrechten betreft, daar had ik uiteraard schijt aan; ik kon amper belangstelling opwekken voor de rechten van mijn pik"), zijn scherpe maatschappij-observaties (over een tijdschrift: "Je kent het blad waarvoor ik werk; wat wij proberen te bewerkstelligen is een frivole mensheid, die nooit meer zal open staan voor serieuze dingen en ook niet voor humor, die tot haar dood zal leven in een steeds wanhopiger zoektocht naar fun en seks; een generatie van eeuwige kids."), zijn gespuug ("het publicitaire instinct dat het surrealisme kenmerkt en in laatste instantie samenvat") en zijn wisselend geloof en ongeloof in de liefde ("liefde maakt zwak, en de zwakste van de twee wordt verdrukt, gemarteld en uiteindelijk gedood door de ander, die van zijn kant verdrukt, martelt en doodt zonder kwade bedoelingen, zonder er ook maar van te genieten, volmaakt onverschillig; dat is wat mensen doorgaans liefde noemen").

en tot slot, de beste passage over ons land die ik al mocht lezen:

Harry had de man aan me voorgesteld als een Belgische filosoof. In werkelijkheid had hij na zijn doctoraat in de filosofie een vergelijkend examen voor een baan bij de overheid afgelegd en vervolgens het saaie leven van een belastingsinspecteur geleid (vol overtuiging overigens, want hij was het socialisme toegedaan en geloofde in de heilzame werking van een hoge belastingsdruk). Hij had hier en daar wat artikelen gepubliceerd in tijdschriften van materialistische signatuur. Zijn vrouw, een soort kabouter met kort wit haar, had haar leven ook bij de belastingsdienst doorgebracht. Vreemd genoeg geloofde ze in astrologie, en wilde ze mijn horoscoop trekken. Ik was Vissen ascendant Tweelingen maar dat kon me net zoveel bommen als wanneer ik Poedel ascendant Graafmachine was geweest, hahaha. Die geestige opmerking leverde me de waardering van de filosoof op, die graag glimlachte om de kuren van zijn vrouw - ze waren drieëndertig jaar getrouwd. Hijzelf had altijd gevochten tegen elke vorm van obscurantisme; hij was afkomstig uit een streng katholieke familie en, zo verzekerde hij me met een brok in zijn stem, dat was een grote hinderpaal voor zijn seksuele zelfontplooiing geweest. Wat zijn dat voor mensen? Wat zijn dat voor mensen? bleef ik me wanhopig afvragen terwijl ik aan mijn haring zat te frunniken.

0 Reacties:

:
:
:

BloggerHacks

<< Home