zondag, februari 27, 2005

Pas gelezen: Ik ben maar een neger van Jef Geeraerts

In de lijstjes die nu verschijnen naar aanleiding van Geeraerts' verjaardag wordt Ik ben maar een neger, zijn debuut uit 1970, opgegeven als zijn beste werk. Het grappige hoofdpersonage Grégoire Matsombo beschrijft met veel zwier hoe lomp de koloniale Belgische functionarissen te werk gingen, en tegelijk wat een zootje de Congolezen ervan gemaakt hebben na de indépendance.
Matsombo is wel niet in staat zichzelf tegen het licht te houden. Hij verenigt zowel de deugden als de ondeugden van de blanken, en beschikt over de joie de vivre en de luiheid die de Afrikaan zou typeren.
Geeraerts legt veel klem op de snelheid waarmee de Belgen uit Congo verdwenen na de onafhankelijkheid, alles zijn beloop latend.

Een fragment (Matsombo aan het woord):

"Zie hem daar lopen als een chimpansee. Hij stinkt als een etterbuil en ik wed dat hij platluizen heeft. Ja, zie je wel, hij krabt zijn gat, le primaire. Bah, ik heb nu eenmaal geen geluk met mijn buren. Enfin. Wel Grégoire, laten we even kijken wat we vanavond gaan doen.
Ons eerst wassen en scheren, want hygiëne voor alles. Me verkleden. Misschien het beige palmbeach complet van Werther met die rozet van officier in de Leopoldsorde. Een wijnrode das staat er goed op. En bruine mocassins, hoewel een heer 's avonds zwart aan de voeten draagt. Bah, we zitten hier toch maar in een afgelegen negerij."

En uit het vervolgverhaal, Het verhaal van Matsombo:

"Jezus Christus zelf moet een geschikte kerel geweest zijn, denk ik. Had hij geweten tot wat een hoerenkot hij aanleiding had gegeven, ik wed dat hij dan zonder aarzelen heel zijn leven met de apostelen in dat meer had gevist in plaats van het ware geloof te gaan prediken."

vrijdag, februari 25, 2005

grapje

What is the difference between girls aged: 8, 18, 28, 38, 48, 58, 68 and 78?
At 8 - You take her to bed and tell her a story.
At 18 - You tell her a story and take her to bed.
At 28 - You don't need to tell her a story to take her to bed.
At 38 - She tells you a story and takes you to bed.
At 48 - You tell her a story to avoid going to bed.
At 58 - You stay in bed to avoid her story.
At 68 - If you take her to bed, that'll be a story!!
At 78 - If you can get her out of bed, that's another story!!!

donderdag, februari 24, 2005

Pas gelezen: Stappen van Jerzy Kosinski

Een slecht boek van Kosinski's hand bestaat niet, de vraag is alleen of zijn boeken werkelijk van zijn hand zijn. Ik ben overtuigd van wel.

Een fragment uit Stappen dat bestaat uit vele verhalen van pakweg een driekwart A4:

Ik liep door de wijken waar mensen woonden omringd door stank en ziekten. Ze hadden niets dat ze hun eigendom konden noemen en niets om trots op te zijn. Het enige dat hen verenigde was de kleur van hun huid - en ik benijdde hen.

Ik liep door de straten in de hitte van een drukkende dag en gluurde in de kamers vol krijsende kinderen en stapels rottende matrassen op de vloer, de ouden en zieken uitgestrekt op hun bedden of diep weggezakt in hun stoelen. In de doodlopende stegen keek ik naar de groepjes giechelende meisjes. Ik staarde naar de schreeuwende jongens die op open plekken met een bal speelden, ik zag de verlamden en de verslaafden languit op de stoep liggen - levende obstakels voor blinden en zwakzinnigen. Ik keek naar de vuile, besmeurde kinderen die flessen smeten tegen de nooit geledigde vuilnisbakken, achter katten en honden en elkaar aanjoegen rondom autowrakken, door hardnekkige kruimeldieven ontdaan van alles wat maar enige waarde had, tot op de laatste rubberstrip en de laatste reep stof toe.

Ik benijdde hen die hier woonden en die zo vrij leken, die niets hadden om te betreuren en niets om op vooruit te zien.

zondag, februari 20, 2005

Pas gelezen: Milarepa van Eric-Emmanuel Schmitt

Wat een teleurstelling, dit derde deel van de Cyclus van het Onzichtbare van de Franse jood die in Brussel woont, Schmitt. Waarschijnlijk waren de andere twee delen te goed, en mijn verwachtingen te hoog. Toch, dit werkje is echt minder. Het blijft simpel zoals De bloemen van de Koran en Oma Rozerood maar niet kinderlijk ontwapenend. Respect voor mensen met een religieuze fond weet E-E hier niet op te wekken, de personages zijn niet spitant, zelfs ergerlijk debiel met hun geloof in reïncarnatie. Ach, het kan niet altijd prijs zijn. Zijn Evangelie volgens Pilatus moet ik nog lezen.

vrijdag, februari 18, 2005

L'aigle Malawien

Quelle opulence de lumière:
un longue flash
qui fixe, et donne la place
à chacun, à tout,
pour que rien ne bouge plus.

L'horizon s'évade dans l'infini,
mes yeux plissés ont peur de la clarté
doublée par le Lac d'un pays,
nommé Malawi.

Dans le firmament, du mouvement
aperçu; c'est l'aigle qui
tourne, un mobile immobile
qui fait le moindre effort,
porté par son propre
avancement.

Le noble oiseau n'a pas
quitté le paysage:
son regard reste ici,
vers le poisson qui
rapproche le surface du lac,
le signal
pourqu'il tombe,
uniformément ralenti jusqu'au
point mort, les pattes
mouillées comme sa proie.

Et l'aigle monte de nouveau.
A quelle altitude parvient-il,
ce prédateur, biologé
par l'écorce terrestre?
Je ne sais que ses ailes
ne fondreront jamais
à cause du soleil.

maandag, februari 14, 2005

Pas gelezen: Reis naar Congo van André Gide

Of deze Grand Monsieur van de Franse letteren van plan was om een dagboek in Afrika op te stellen dat uitgegeven mocht worden, betwijfel ik. De eerste tientallen pagina's zijn ronduit slaapverwekkend. De man heeft meer aandacht voor de flora dan voor mensen om hem heen (of het moesten jongetjes zijn). In deze afrikanotulen is alleszins geen verteller aan het werk, wel een stilist. Misschien volstond dat in 1925, was de notie 'leesplezier' nog niet geïncarneerd in de scheppingsopvatting van een auteur.

Het is pas wanneer Gide op zijn tocht echt in aanraking komt met de koloniale wanpraktijken dat hij zijn schrijven gaat uitwerken tot iets publiceerbaar. Zijn engagement is voor mij iets vreemd. Hij blijft zeer op de vlakte, hij stelt: "Ik denk er niet aan mijn stem te verheffen in zaken die ontsnappen aan mijn competentie en een grondige studie vergen." We zijn toch al 1925, er was al harde kritiek geformuleerd op koloniale attitudes, bijvoorbeeld door Morel. Wat dat betreft valt Gide licht uit, geen j'accuse, geen overtuigingsdrang.

Tegelijk kan ik mij inbeelden dat zijn kritiek op die manier dubbel hard aankomt, kritiek niet uit de mond van een bevlogen idealist, maar wel van onbewogen observator, iemand die in dit dagboek veel zaken noteert die heden ten dage als zwaar racistisch beschouwd kunnen worden. Als Gide kritiek formuleert, dan doet hij het niet beschuldigend, hij geeft het gewoon mee, en dan slik je toch wel even.

Vooral als tijdsdocument is Reis naar Congo interessant. Je krijgt een beschrijving van Afrika tijdens het interbellum, en van de mindset van iemand die erheen reist. Want Gide vertrok niet zonder een arsenaal verwachtingen. Zo schrijft hij: "Mijn imaginaire voorstelling van dit land was zo levendig dat ik me afvraag of dit valse beeld later niet zal vechten met mijn herinneringen, en of ik bijvoorbeeld Bangui zal terugzien zoals het werkelijk is dan wel zoals ik het me had voorgesteld."

De attitude van de reiziger valt ook op; hoe weinig hij zich wil inleven in de gedachten van een Afrikaan. Hij bekijkt de autochtonen als een westerling, etnomethodologie is aan hem niet besteed: "Nog steeds worden we in de dorpen enthousiast begroet door vrouwen en kinderen. Ze komen toegelopen, de kinderen blijven staan aan de grachten en brengen een soort militaire groet. Wanneer ik mijn hand ophef om hen te antwoorden, worden ze bang en gaan ervandoor."

De zinnen die ik onderstreept heb:

Op onbekende insekten jagen maakt me weer blij als een kind.

Ik merk vooral dat je hier met niets reëel contact krijgt; niet dat alles hier kunstmatig is maar tussen de stad en de bezoeker staat het scherm van de beschaving - al wat je te zien krijgt is gefilterd.

Dit woud is niet zeer hoog. Ik had meer schaduw verwacht, meer geheimen en vervreemding.

Gisteren op de markt verkoop bij opbod van nijlpaardenvlees; onhoudbare stank. Wriemelende en schreeuwende menigte; veel discussies en getwist, vooral onder de vrouwen, maar het eindigt steeds op gelach.

En heel dit volk lacht berustend, amuseert zich, verkeert in een soort precaire gelukstoestand en is zelfs niet in staat zich betere levensvoorwaarden in te denken.

Voor onze reizigershut in Moussareu het helse kabaal van de tamtam. Prachtige alternerende gezangen ritmeren, ondersteunen en temperen het enthousiasme en de bezetenheid van het pandemonium. Ik heb nog nooit zoiets onstellends en wilds gezien.

Het komt me voor dat de hersenen van deze mensen niet in staat zijn een verband te zien tussen oorzaak en gevolg.

De erkende dorpshoofden worden meestal niet gerespecteerd door hun onderdanen: het zijn voormalige slaven, stromannen, geselecteerd om alle verantwoordelijkheid op zich te nemen en straffen te ondergaan. Trouwens, alle inwoners van het dorp springen een gat in de lucht wanneer een van die hoofden achter de tralies belandt. De echte leider is geheim en zijn naam komt de Franse regering meestal niet te weten.

En nergens vind je een inboorling die iets anders bezit dan zijn vrouwen, zijn kudde en misschien enkele armbanden of werpspiespunten. Geen voorwerpen, geen kleren, geen stoffen, geen meubelen - en zelfs al bezat hij geld, er is niets dat zijn kooplust zou kunnen wekken.

Na een uur kruisen we een groot aantal dragers, gevolgd door een rij met een koord om hun hals aan elkaar gebonden mannen en vrouwen, en door wachters gewapend met een zweep met vijf geselriemen.

Yves vindt, net als ik, dat men gewoonlijk de geilheid en de seksuele vroegrijpheid van de zwarten overdrijft, alsook de obscene betekenis van hun dansen.
Hij spreekt van de overgevoeligheid van het zwarte ras voor alles wat te maken heeft met bijgeloof, over zijn angst voor het geheimzinnige, etc... - zeer vreemd, zegt hij, want anderzijds is het zenuwstelsel van dit ras veel minder gevoelig dan het onze; vandaar hun groter weerstandsvermogen, hun hoge pijndrempel, etc...
--> over die omschrijving kan een blanke rationalist een baobab opzetten!

(het is een wat lang uitgevallen bespreking, omdat een fijne vriend zich professioneel met dat boek bezighoudt, lees zeker zijn reactie)

zondag, februari 13, 2005

Een kenner over Gide

Het reactiesysteem op deze blog is stuk en ik durf niet veel aan de javascripts te prutsen uit vrees meer scha dan reparatie aan te richten. Dus plaats ik zelf de binnengelopen boeiende reactie op het Gide-stuk:

"Gide is eigenlijk een verre voorganger van de rij mensen die stond aan te schuiven voor de tentoonstelling in het Afrikamuseum in Tervuren dit weekend. Mensen die Congo kennen uit verhalen. Ja, ik kende Brussel ook uit verhalen voor ik er ging wonen, zal je zeggen. Zeker, maar Deerlijk en Brussel zullen nog altijd meer gelijkenissen dan verschil hebben.

Niet zo voor Congo, het imaginaire is het enige wat de reiziger heeft voor hij gaat. Een imaginaire dat voor Gide de naam Conrad draagt. Vandaar zijn hang naar meer mysterie. Een imaginaire dat ook de rassentheorie van Gobineau is. Vandaar zijn nauwelijks verholen racisme (in de zin van geloof in de rassentheorie). Ten slotte zijn klassieke Franse cultuur. Het biedt hem het raster om de wanstoestanden van de koloniale staat aan te klagen (liberte, egalite, fraternite weer je wel) maar het maakt hem blind voor de absolute actualiteit van de ontwortelde koloniaal, die los van de sociale conventies van een 'Old Europe' de interne contradicties van een op de spits gedreven koloniale, dolgedraaide moderniteit incarneert.

Als Gide de humanistische wanderer in beeld brengt en de weinig verheven koloniale politiek aanklaagt, een moderne Voltaire laat ons zeggen, zal het helse koloniale regime van binnenuit veel aangrijpender en veel omvattender in beeld gebacht worden door Louis-Ferdinand Celine in Voyage au bout de la Nuit:

"Tout y passait, c'etait degoutant, par bouts, par phrases, par membres, par regrets, par globules, ils se perdaient au soleil, fondaient dans le torrent de la lumiere et des couleurs, et le gout et le temps avec, tout y passait. Il n'y avait que l'angoisse etincelant dans l'air."

Celine die na de oorlog voor fascisme zal veroordeeld worden, Gide die na de oorlog de Nobelprijs zal krijgen. Voor andere redenen allebei maar kort door de bocht: alsof het Westen kritiek op zichzelf alleen maar in haar eigen vorm kan aanvaarden. Wel overdacht, humanistisch, en vanop een veilige boot.

"Hoe schrijven na Auschwitz?", dacht Theodor Adorno. "Hoe schrijven voor Auschwitz" is de vraag die middenin de spanning tussen Gide en Celine ligt.

Quoi qu'il en soit, Andre Gide is gegaan en heeft geprobeerd door het op dat moment evidente koloniale positivisme te prikken. Hij had evengoed thuis kunnen blijven. Voor een auteur die een aantal jaren voordien nog lak had aan de buitenwereld een op zijn minst moedige stap. Het maakt van hem een getuige van zijn eeuw, hoeveel moeite hij soms ook heeft om wat hij ziet te beschrijven.

Ten slotte nog dit: Gide's homo/pedofilie laat hem toe om een afstandelijke blik te werpen op de anders zo erotisch beladen Afrikaanse vrouw. De Afrikaanse vrouw veel minder aantrekkelijk dan in de fantasmes van een door de dans van Josephine Baker op hol geslagen Parijs? Michel Leiris heeft in L'Afrique fantome misschien beter verwoord waarom: deshabiller une femme europeenne, c'est aussi la conquerir et la deshabiller socialement.

Maar dat brengt ons meer op de paden van de erotiek dan op die van Afrika. En erotiek associeer ik nog minder met Briek Schotte dan Afrika."

donderdag, februari 10, 2005

Pas gelezen: Reis naar Armenië van Osip Mandelstam

Mandelstam is een dichter, dit boekje is proza maar telt slechts 60 pagina's. Mandelstam had het niet zo begrepen op veelschrijvers. Dat type dus, heel dense maar schone tekst. De Stalin-dictatuur werd hem in 1938 fataal.

Een fragmentje:
"Op ieder eiland - of het nu Malta is, Sint-Helena of Madeira - verglijdt het leven in edele verwachting. Dat heeft zijn eigen bekering en ongemak. Hoe het ook zij, iedereen is voortdurend bezig, iedereen laat zijn stem een tikkeltje dalen en is wat vriendelijker voor elkaar dan op het vasteland met zijn dikvingerige wegen en negatieve vrijheid. De oorschelp wordt verfijnder en krijgt een andere ronding."

maandag, februari 07, 2005

Pas gelezen: Mobutu, van mirakel tot malaise van Walter Zinzen

"Walter Zinzen (°1937) was leraar in Lubumbashi (1963-66) en correspondent in Zaïre voor Gazet van Antwerpen, nadien journalist bij Gazet van Antwerpen en sinds 1968 tv-journalist bij de BRTN. Maakte talloze bijdragen en reportages over Afrika en over Kongo/Zaïre in het bijzonder."

Geef toe, die achterflap uit 1995 is opmerkelijk. Het is alsof Lozano zou vertellen hoe hij de pannen van het dak voetbalde bij Beerschot, om er dan terloops aan toe te voegen dat hij later naar Anderlecht getransfereerd werd.

Dat Zinzen zichzelf op die manier beschrijft, zou wel eens ingegeven kunnen zijn door het bittere gevoel dat hij overhield aan de tweede Shaba-crisis eind jaren '70. Zinzen leverde toen fantastisch werk in het achterhalen van de dubbele blunder van premier Tindemans.

De Belgische interventietroepen kwamen vooreerst te laat, de Fransen waren er al eerder. Dat tot daar aan toe. Erger was dat Leo Africanus met zijn ogen toe in de val liep die Mobutu uitgezet had. Mobutu vermoordde de westerlingen in Katanga en zei dat het het werk was van de opstandelingen, dat hij hulp moest krijgen. België en Frankrijk steunden de dictator en Zinzen bracht dat aan het licht. Het CVP-establishment binnen de BRT reageerde verbolgen: Zinzen mocht niet langer berichten over Congo, zijn geliefd thema.

Anderzijds zit ik met het gevoel, doorheen het lezen van het boek dat zovele jaren later geschreven is, dat Zinzen's hart ligt bij de Balunda-etnie in Haut-Katanga, waar Tshombe de bekendste vertegenwoordiger van was. Zinzen rehabiliteert Tshombe, niet onterecht, door aan te geven dat hij niet zomaar het marionet was van de blanken maar wel iets betekende voor zijn bevolking. Maar de manier waarop hij Tshombe's aandeel in de moord op Lumumba vergoeilijkt voelt geforceerd. Hij vermeldt evenmin dat Tshombe net zo graag in de staatskassen griste als Mobutu.

Verder geeft Zinzen de typologie van de volkeren in Katanga (die hij van een koloniaal gehoord heeft) weer:
"De Baluba stonden bekend als gewelddadige dwarsliggers."
En hij deelt de vergelijking mee tussen de Bayeke met de Hunnen en de Balunda met de Florentijnen. De zin die daarna komt, vind ik eigenlijk niet kunnen:
"Hoezeer ik dit soort veralgemeningen van Europese betweters ook wantrouw, uit de latere gebeurtenissen zou blijken dat deze vergelijking toch heel verleidelijk was."
Voor degenen die etno-typologieën lusten, wil ik toch wel eens andere bronnen opdiepen. De wortels van het geweld van Colette Braeckman bijvoorbeeld. Zij beschrijft hoe de Belgen de Baluba van Kasaï naar Katanga brachten omdat die werkers zo geciviliseerd zijn. En in 1992-93 worden tot 100.000 Baluba vermoord in Katanga. Diametraal het tegenovergestelde dus.

Desalniettemin, Mobutu is een aanrader. Weinig non-fictie werken lezen zo zuigend; je merkt niet dat je aan een nieuwe paragraaf of aan een nieuw hoofdstuk begint.