zaterdag, oktober 29, 2005

Zwitsers uurwerk

Miskijk je niet op mijn snedige demarrages op hellingen: na 100 meter val ik stil. Herhaalde pogingen bewezen dat ik niet hard kan fietsen. Dus moest ik mijn doelen verleggen. Na lang nadenken besloot ik om na te streven zo sierlijk te pedaleren als Indurain, die niet moet onderdoen voor het raderwerk van een Zwitsers uurwerk. Vandaag dus een triatlonstuur gaan kopen en geïnstalleerd. Op straat kan je mij nu bewonderen, een kleine versnelling soepel kerend, mijn bovenlichaam onbewogen. Eigenlijk behoef ik nog een fiets als Miguel.

Bekijk ook eens het truitje van van de Spaanse kampioen. Dat zijn normale kleuren, met smaak aangebracht. Heel wat anders dan onze wielerteams. Over de outfits van de wielertoeristen te lande houd ik het boekje zedig gesloten. Pik mij, de eenzame fietser, eruit aan de hand van mijn roze Once-truitje! En aan de hand van mijn sierlijke rijstijl natuurlijk.

maandag, oktober 24, 2005

Pas gelezen: Aanslag op de goede smaak van Amélie Nothomb

Wie hier de boekbesprekingen leest, kan denken dat ik alleen goeie boeken lees. Valt dit even tegen. Dit weekend bijvoorbeeld - ik spoorde richting Nijmegen - trachtte ik mij doorheen het prijsbeest Omega Minor van Paul Verhaegen te worstelen. 90 bladzijden gezwam ben ik ver geraakt. Maar het boek telt er 614. Ik weet nog niet of ik verderga.
Op de terugrit was er opnieuw vertraging. Toen vond ik het zo erg niet. Ik kon kiezen tussen een boek met essays over het begrip tijd, een werkje dat ik gekregen had van mijn Nijmeegse connectie (serieuze mensen boven de Moerdijk), en Aanslag op de goede smaak van de Waalse Amélie Nothomb, een boekje dat mijn vriendin in haar tas had zitten. Het spreekt voor zich dat ik geen Hollandse essays over tijd ging lezen terwijl ik wachtte op een trein van de NS. De kezen moeten hun land maar eens op orde zien te krijgen in plaats van moeilijke boeken te schrijven.

Ik had het eerst niet zo voor Nothomb. Er is dat rare gezicht waarmee ze door het leven moet, en er is de naam; Charles-Ferdinand Nothomb was minister van Binnenlandse Zaken ten tijde van het Heyzeldrama. De man begreep niet dat hij ontslag moest nemen, hij had toch geen Juventus-supporters gedood. Ik was 9 jaar en het was de eerste keer dat ik een minister hoorde blaffen.
Een ander boek van Amélie had ik al eens ter hand genomen, in een boekenwinkel of zo, en de eerste drie zinnen die ik zag leken van een eenvoud van een kind van 11 jaar. De eerste lijnen van Aanslag op de goede smaak waren van hetzelfde kaliber. Maar er was geen alternatief. En het was nog steeds wachten op de trein, de tweede spoorwijziging werd net afgekondigd.
Het boek van Nothomb viel geweldig mee. Een archilelijke man maakt kennis met een model en gaat met haar solliciteren bij een modellenbureau. Hij overtuigt hen hem aan te nemen:

'Voor de esthetica gelden dezelfde regels als voor de mystiek: niets laat extreme schoonheid beter tot haar recht komen dan extreme lelijkheid. Aangezien we het Absolute niet kunnen verwoorden, moeten we dat tot uitdrukking laten komen aan de hand van het tegendeel: een negatief godsbewijs heet dat. De menselijke geest kampt met een fundamenteel intellectueel tekort: hij ziet de waarde van iets pas in als hij het moet ontberen. Het gemis spreekt tot hem in een taal die hij begrijpt, terwijl hetgeen hij bezit Chinees voor hem is.'
(het modellenbureau:) 'Dat moet u de modeontwerpers eens vertellen, meneer. Ze zullen dolenthousiast zijn.'
'Dat zullen ze zeker! Met mij doen ze een gouden zaak. Zij kennen het probleem: hun klanten zijn op visueel gebied net zo verzadigd als een westerse maag. Om hen te blijven boeien, moeten ze steeds waanzinniger manieren vinden om te versoberen of te overdrijven - wat op hetzelfde neerkomt. Hoe geef je die volgevreten toeschouwer zijn onbevangenheid terug? Geef hem een purgeermiddel: mij dus. Ik ben een visueel vomitorium.'

Trouwens, hoe plezant zijn boeken die je op één treinrit uitleest!

woensdag, oktober 19, 2005

Wat is er mis met de euro?

Na de internetcheque, de opleidingscheque, de starterscheque, de DNA-cheque, de adviescheque, de dienstencheque, de maaltijdcheque, de geschenkcheque zien binnenkort ook sportcheques en cultuurcheques het daglicht. Daarmee komen we op tien. Wat is er ineens mis met de euro? Die werd nog niet zolang ingevoerd met het argument dat minder munten het leven gemakkelijker maken. Nu voert iedere minister met een idee nieuw betaalpapier in. Erger nog dan het ongemak vind ik de stigmatisering tot loonslaaf. Ga er maar eens gaan in Delhaize, met je maaltijdcheques van 4.73 euro als ze 29.58 euro aanrekenen.

zaterdag, oktober 15, 2005

Pas gelezen: Cathedral van Raymond Carver

's Middags kan ik niet snel genoeg mijn kantoor verlaten. Ik spoed mij naar huis, eet snel en vlei mij vervolgens in de zetel om in alle rust te lezen. Tot voor kort nam ik tijdschriften ter hand. De afgelopen weken was dat anders. Ik lees elke middag een kortverhaal van Carver. De auteur afkomstig uit het mooie Oregon en die woonde in de staat erboven, Washington, schrijft qua taal en qua opzet bijzonder simpele verhalen maar ze werken. Je kruipt onder de huid van de personages. Het zijn steevast gewone Amerikanen: een verkoopster van vitaminen, een blinde die uitgelegd moet worden hoe een kathedraal eruit ziet (vandaar de titel), een werkloze die te veel whiskey drinkt. Geschiedenis, politiek, interpretaties van het hedendaags kapitalisme of nog zoiets zijn aan de schrijver niet besteed. Het is fictie, niets dan fictie.

Ik heb mij ook al afgevraagd of die verhalen zo sterk zijn omdat ik 's middags afgestompt ben en geen vol hoofd heb van tv, film, series, speciale gerechten enzovoorts. Ik sta geen geluiden of afleidingen toe. Er is ik en er is de tekst. Niets of niemand komt ertussen. Een kortverhaal lees je tevens in één keer uit, in pakweg 40 minuten, een tijd dat iemand echt geconcentreerd kan blijven. Dat alles helpt de verhalen van Carver door te dringen.

dinsdag, oktober 11, 2005

Pas gelezen: Een borrel met Barry van Christophe Vekeman

Waarom drinkt iemand in hemelsnaam die slechte J&B-whiskey, heb ik mij al vaak afgevraagd. In zijn nieuwste werk draagt Vekeman een antwoord aan: het glas van de fles is donkergroen; je kan een lege fles weer voor de helft vullen met water zodat je vrouw niet ziet dat de fles al leeg is. Uiteindelijk bedrieg je jezelf natuurlijk. Of je schoonbroer Barry, als die langs komt en naar een whiskey vraagt. Het is dit leuk begin dat ik in de kranten las, dat me aanzette om het boek te lezen. De plotwendingen zijn in elk geval plezant, net als de literaire overpeinzingen van het hoofdpersonage, docent creatief schrijven Seb. Hij twijfelt of hij zijn eigen boek in de eerste dan wel de derde persoon zou schrijven, tot hij eensklaps eureka roept: de tweede persoon. Waarom zijn zo weinig romans in de tweede persoon geschreven?

In de kranten stond ook te lezen dat Vekeman in zijn vierde boek, waarvoor hij meer tijd nam, tot een voldragen auteur uitgroeide. Dit is waar. Een borrel met Barry ligt inhoudelijk dicht bij en haalt het niveau van Brouwers' Geheime kamers. De vraag rijst of we op nog zo een boek zaten te wachten. Ik in elk geval niet. Anderzijds, het slot dat Vekeman bedacht is echt wel sterk. Veel beter dan wat Brouwers presteert.

woensdag, oktober 05, 2005

Meneer Jacques

Gisteren kwam ik meneer Jacques tegen. Ik noem hem meneer, niet omdat het een burgermannetje betreft - zeker niet - maar omdat het iemand is waarvoor ik mijn hoed afneem, een meneer dus. Hij was een schilderij van zijn hand naar een tentoonstellingsruimte aan het verslepen, daarbij bijgestaan door zijn vriend Philippe. Het mooie werk leek mij een abstractie van de Don Quichote van Picasso, maar met warmere kleuren. Ik wist niet of ik hem dat kon zeggen en heb dus gezwegen. Ik kreeg ook weinig kans tot spreken. Meneer Jacques was weer de eeuwige praatvaar. Hij wou weten wat er met mij, die op krukken kwam aandraven, aan de hand was. Ik had geen zin nog eens mijn accidentje te verhalen en zei: "Pff, ik heb zelf mijn plaaster verwijderd. De dokters, die kennen maar plaaster en antibiotica." Meneer Jacques lachte. Ik wist dat ik daarmee zou scoren want zoals al gezegd, meneer Jacques is helemaal geen burgermannetje. Je zou zijn atelier/woonst moeten zien! Grote enkel-glaspartijen, niet te verwarmen volgens mij, en zeker niet met dat allesbrandertje dat er centraal staat opgesteld. Aan wasdraden hangen doeken te drogen die hij geprepareerd heeft om erop te schilderen. Meneer Jacques is immer alert dat zijn vele katten eraf blijven. Tegen de muur staat een nieuw geïnstalleerde douchecabine en ernaast een heel mooi koffieapparaat. Voor meneer Jacques koffie kan serveren moet hij drie kopjes van zijn aanrecht nemen, voorzichtig dat er geen servies valt, de afwas staat er al minstens twee weken. Hij spoelt de kopjes gelukkig af vooraleer hij ze Philippe en mij voorzet. Ik was daar niet gerust op want hij was over de schilderkunst begonnen. We luisteren aandachtig en ik bedenk dat moest je woord voor woord opschrijven wat meneer Jacques vertelt, je zou een knap essay hebben. Ik ben altijd jaloers op mensen die de parole beheersen. Meneer Jacques was in een vroeger leven theateracteur. O ja, de koffie heeft niet meer gesmaakt. In zijn betoog heeft meneer Jacques die te lang laten warmen in het koffieapparaat.

zondag, oktober 02, 2005

Pas gelezen: Blauwbaard van Kurt Vonnegut

Het lijkt soms of je voorbestemd bent om sommige boeken te lezen. Dit is er een van. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat Kurt Vonnegut een boek schreef over de genocide van de Turken op de Armeniërs. Aha, de trouwe lezer van mijn blog zal zich herinneren dat ik in Armenië was op reportage, op deze website stonden trouwens impressies van het Kaukasusland.

En dan is er Vonnegut, een van mijn favoriete auteurs, een Amerikaan, en ik vermeldde al hoe ik van de Amerikaanse literaire traditie houd. Vonnegut kan elk thema aan, zoals de genocide. Hij brengt dat tegelijk met respect en met lichtvoetigheid. Het boek zou een plezier zijn om er een boekbespreking voor school van te maken, zoveel themata die perfect zijn uitgewerkt. En nooit wordt het zwaar op de hand.

Op zijn oude dag leeft de abstract-expressionistische kunstschilder Rabo Karabekian samen met een gekke schrijver. Hun enige band zijn de lichamelijke letsels die de Tweede Wereldoorlog hen liet. Over die vriend schrijft hij:

Wat het er ook niet beter op maakt is dat hij op een Japanse handgranaat is gaan liggen en sindsdien vele malen in dolhuizen voor gevorderden heeft verbleven. Het schijnt dat hij niet alleen met een bijzonder gevoel voor taal is geboren, maar ook met een buitengewoon onaangename klok waardoor hij zo ongeveer om de drie jaar krankzinnig wordt. Hoed u voor goden die geschenken aandragen!

Dat staat in de autobiografie die Karabekian schrijft, een onderneming waaraan hij begonnen is onder de impuls van een weduwe die ook op zijn landhuis verblijft. Af en toe leest ze een fragment (bijvoorbeeld over hoe Karabekian's ouders zich heel hun leven schuldig voelden over het feit dat ze de Armeense genocide overleefden) om het daarna met Karabekian te bespreken:

In de loop van ons gesprek over het overlevendensyndroom vroeg ze me zojuist of mijn vader de Turken gestraft wilde zien voor wat zij de Armeniërs hebben aangedaan.
'Dat heb ik hem ook gevraagd toen ik een jaar of acht was en dacht dat het leven er misschien spannender van zou worden als wij op een vorm van wraak uit waren', zei ik. 'Vader legde zijn gereedschap neer, daar in zijn werkplaatsje, en staarde naar buiten en ik keek ook naar buiten. Daar waren een paar Luma-indianen te zien, weet ik nog. Het Luma-reservaat was maar zeven of acht kilometer verderop en soms werd ik door bezoekers aan onze stad voor een Luma-jongen aangezien. Dat vond ik heerlijk. In die tijd leek me dat veel leuker dan Armeniër te zijn. Vader gaf me ten slotte het volgende antwoord op mijn vraag: "Het enige wat ik van de Turken wil is de erkenning dat hun land nog lelijker en vreugdelozer is geworden nu wij weg zijn."'

Van de dame op het landhuis nog een leuke anekdote genoteerd:

Mevrouw Berman vertelde me een legende over zigeuners die ik nooit eerder had gehoord. 'Ze stalen de spijkers van de Romeinse soldaten die Jezus zouden kruisigen', zei ze. 'Toen de soldaten de spijkers zochten waren die op mysterieuze wijze verdwenen. Zigeuners hadden de spijkers gestolen en Jezus en de menigte moesten wachten tot de soldaten nieuwe spijkers hadden laten komen. Daarna gaf God de Heer alle zigeuners toestemming te stelen wat ze konden. Alle zigeuners geloven dat verhaal.'