Pas gelezen: De vuurwerkmakers van Chris de Stoop
Tegenwoordig ontstaat er ook riooljournalistiek van de bovenste plank. Het Laatste Nieuws bracht onlangs een reportage over de Baseggio's in het bedroevende Clabecq. Geloof mij, de broeders Dardenne hebben nooit een betere film gedraaid. Walt kocht voor elk familielid een horecazaak op het marktplein van Clabecq. De interieurs zijn zo lelijk dat je die maar in Wallonië kunt aantreffen. De verschillende "clanleden" kwamen aan de beurt om een verklaring te geven voor de zwaarlijvigheid van Baseggio. De zus zei dat Walt nochtans zeer lette op zijn lijn, dat hij altijd het soberste maal nam in haar restaurant. En dan schreef de journalist iets als: "Ha, dat kan allemaal zijn maar ik lees hier op de menukaart: Pizza Baseggio. Dat is de meest belegen pizza, met maar liefst 18 garnimenten." En dan somt hij ze een voor een op.
Ik denk terug aan die video die op het web cirkuleerde met beelden uit de spelersbus van Anderlecht. Achterin zitten de spelers allemaal samen in een groot salon. Dat is er geïnstalleerd, in die spelersbus. Aruna is in zijn nopjes. Hij roept luid: Nous sommes à Bruges. En dan zet hij in: Dikke Baseggio! In het Nederlands. Dat heeft hij begrepen, onze Ivoriaan. Alle spelers vallen in en dan zoomt de cameraman (die ook een speler geweest moet zijn, misschien rat De Boeck) in op Walt die dwaas voor zich uit zit te lachen.
Waarom vertel ik dat nu allemaal? Ik wou eigenlijk beginnen over mensen die krantenartikels uitknippen, gewoon, omdat ze ze knap vinden en willen bewaren. Ze bestaan, die mensen, en het spreekt voor zich dat je mij nooit zult zien knippen. Maar ik weet nog de twee knapste krantenartikels die ik ooit las. Het een was een interview met subcommandante Marcos. De interviewer was een Zuid-Amerikaanse schrijver met een naam als een klok, maar ik durf niet meer zeggen welke. Ik was in beate bewondering voor de subcommandante. Nooit een revolutionair beter de beginselen horen uitleggen. Subcommandante is de enige in wiens armen ik mijn troost zou vertrouwen. Met die man zal het nooit misgaan. Er zijn er die zeggen dat Mulele zuiver van hart was. Ik reken meer op de man met de muts. Die is wat slimmer bovendien.
Het andere artikel ging over Rwanda, tien jaar na de genocide. Chris de Stoop, die het land met 1000 heuvels voor de genocide typeert als een pastorale idylle, sprak met een gewone Rwandese vrouw, nooit weet je of ze T dan wel H is, in Gisenyi, waar ik ook ooit nog passeerde, op doorreis van Goma, Kivu naar Kigali. Alles wat gezegd moest worden werd gezegd. Ik dacht aan het artikel toen ik vorige week in de bib tegen de roman van de Stoop aanliep. De beslissing was niet moeilijk; ik wist dat hij een verhaal kon weergeven en wou weten of hij er ook een kan verzinnen.
Eerlijk is eerlijk: het is een magnum opus, al valt het een beetje vrouwelijk uit voor mij. De protagoniste, wiens leven en geschiedenis je in flarden krijgt, is verminkt. Om te weten wat gebeurd is, moet je verder lezen. Elk boek zou een dergelijke stuwkracht moeten hebben.
Het is een boek over vuurwerkmakers, van de nobelsten onder de stielmannen omdat ze mensen in vervoering brengen. Het geeft de Stoop de gelegenheid om uit te wijden over kleuren, een dimensie in het kijken die bij mij - en ik zal daar niet alleen in zijn - te weinig ontwikkeld is.
De Stoop grist op een plezante manier in ons collectief geheugen. Bijvoorbeeld over de eerste kosmonaut die bij zijn terugkeer verklaarde dat hij daarboven geen god gezien had. Op geregelde tijdstippen valt ook de naam Marco Polo. Ik moet toegeven dat ik deze figuur amper kon plaatsen in de geschiedenis. Wikipedia: Marco Polo is een dertiende eeuwse Venetiaanse handelsreiziger die als eerste westerling de zijderoute bereisde en zijn avonturen optekende in Il Milione. Met de link naar China wordt de Stoops' boek zeer actueel.
In De vuurwerkmakers toont hij zijn vertelcapaciteiten. Hij gebruikt de techniek om een familielijn neer te zetten - van handelaars en vuurwerkkundigen - doorheen de laatste telg, de verminkte vrouw. Möring doet hetzelfde in het eveneens fantastische In Babylon. Sommige Zuid-Amerikaanse schrijvers zijn beroemd om hun familiekronieken. Ik weet niet meer welke. Mijn computer staat afgesteld op een internetradiostation en speelt, it's all over now, baby blue.




Gisteren de tentoonstelling van de Russische avant-gardisten in Brussel bezocht (volgens The Financial Times de tentoonstelling van het jaar!). Boeiend, eigenlijk zelfs te boeiend, want waar let je dan op, tijdens een museumbezoek dat zo ongeveer anderhalf uur duurt. Probeer je dan zoveel mogelijk schoonheid tot je te laten doordringen? Of probeer je zoveel mogelijk te begrijpen van de toegevoegde uitleg? Of, ga je - zoals Max Dusseldorf die een beetje Russisch kent - proberen zoveel mogelijk taal te lezen die op de werken verschijnt? Een beetje vanalles zekerst?
De Turkse premier Erdogan (zie foto met zijn vrouw) is best een geschikte kerel. Hij merkt fijntjes op dat de westerse pers toch wel veel aandacht heeft voor Pamuk, dat hij geen westerling mocht ontmoeten toen hij vier maanden moest brommen nadat hij een religieus gedicht voorgelezen had. Het is een populist maar gaat niet plat op zijn buik liggen. Hij heeft een cd op de markt gebracht met gedichten die hij voorleest. Wat hebben staatslui met poëzie dezer dagen? de Villepin schreef al een schier onleesbaar boek over de dichtkunst. Erdogan's cd verkoopt niet al te best. Ik had het hem nochtans graag gegund.
Het leuke aan het web is dat je antwoord krijgt wanneer je je iets afvraagt. Laatst las ik in een tekst het bekendste pseudoniem voor de Amerikaanse overheid, Uncle Sam, en ik moest weten waar het vandaan komt. Het waren Amerikaanse soldaten die in 1812 een voedselrantsoen kregen waarop de letters U.S. stonden. Ze bedachten de naam Uncle Sam. In 1961 nam het Amerikaanse parlement de term over.
Nieuwe Volga's (de sierlijke russische wagens met de zachte vering) zullen niet meer van de band rollen. De technologische achterstand was te groot geworden. Ik zal ze wel missen, ik liet mij graag in een dergelijke wagen vervoeren wanneer ik in de voormalige CCCP was.
Ik geloof dat Iran ook al gestopt is met de productie van hun staatsauto, de Paykan. Die zal ik in elk geval niet missen. Slechte auto's en rook dat er uit komt! En lelijk! Ik weet niet in wat Rafsanjani zich laat rondrijden maar het zal zeker geen Paykan zijn.
Hoe dat komt dat een zittend president de verkiezingen wint? Of de uitslag wordt gefraudeerd, of de media is in handen van de president, of de oppositie wordt geïntimideerd, of een combinatie. De verkiezingen in Congo zullen niet gefraudeerd moeten worden. Uit een nieuwe