zaterdag, april 07, 2007

Mémé de leeuwenkoning

schoon artikel over de revelatie van het seizoen:

Bij Standard kunnen ze zich wel voor de kop slaan. Doelpunten maken, assists geven, het leveren van de bandanas die de hoofden van Boussoufa en Frutos moeten beschermen: in alles is Mémé Tchité een aanwinst voor titelconcurrent Anderlecht.
Sorry Roger Vanden Stock. Toen de preses van Anderlecht half juli 2006 Mémé Tchité voorstelde als het beste snoepje uit de rijk gevulde transferetalage, schudden we meewarig het hoofd. Tchité, was dat niet de spits die uit armoede bijna bij Brussels voetbalde? Was dat niet de verloren gelopen aanvaller die in de tweede ronde ook bij Standard helemaal wegdeemsterde?
De cijfers hebben ons ongelijk en Vanden Stock gelijk gegeven. Vijftien goals, negen beslissende voorzetten: de Afrikaan heeft zijn eerste jaar Anderlecht niet gemist. Het verhaal wil dat de Rouches hem met graagte naar Brussel lieten vertrekken. Daar zullen ze nu dus anders over denken. Het woord revanche zal Tchité, die ook kon tekenen voor Beitar Jeruzalem, nooit in de mond nemen. Daarvoor zijn de herinneringen aan het kolkende Sclessin nog te fel. Rapaic, Sarr, Dembele, het zijn nog altijd maten. Het shirt waarmee hij vorig seizoen voor de Rouches het doelpunt van het jaar scoorde tegen Genk, hangt trouwens nog altijd in zijn kast. Helemaal verscheurd was het achteraf door de Limburgse verdedigers, maar Mémé koestert het als een kostbaar relikwie. Het zegt veel over zijn verknochtheid aan de vurige stede. Toch ziet hij zichzelf in zijn zoetste droom vanavond tegen Standard het doelpunt scoren dat Anderlecht definitief lanceert naar de 29ste landstitel. Kan hij misschien weer dat leeuwenmasker opzetten, zoals thuis tegen Bergen. Want wat zou hij tegen de Rouches graag de leeuwenkoning van Anderlecht zijn.
Daar heeft de heenmatch in oktober veel mee te maken. Negentig minuten lang werd Tchité beschimpt, bespuwd en uitgefloten. De spitsbroeder van Frutos bleef er uiterlijk onbewogen bij. Meer nog, Mémé ging nadrukkelijk in de tegenaanval. Met een opzwepend gebaar liet hij het vijandige publiek weten dat ze best nog wat harder konden roepen. ,,Ik zag dat als een spelletje waarin ik zelf niet wilde meespelen'', zo komt hij zes maanden later, in de aanloop naar mogelijk een beslissend duel voor de titel, terug op dat gebaar. ,,Je moet je in de eerste plaats afvragen waarom de supporters dat deden. Omdat ze me haatten, of omdat ze van me hielden? Het laatste allicht. Ik was hun idool. Ze verloren iemand die belangrijk voor hen was.''
Voor de heenmatch op Sclessin waren er zelfs dreigende berichten op zijn gsm en op internet. ,,Ze hebben me nooit bang gemaakt'', klinkt het. ,,Nu nog wandel ik geregeld door de straten van Luik. Ondanks mijn onafscheidelijke hoofddeksel herkennen sommige supporters me. Verder dan vuile mauve gaan ze niet.'' Muts komt van OnyewuAch, het Tchité-mutsje. Ondertussen heeft het, na de bloederige wonden van Boussoufa en Frutos in de veldslag van het Fenixstadion, navolging gekregen. Pikant detail: ook dat is een souvenir van zijn passage bij Standard. Eigenlijk komt het auteursrecht de enkele maanden geleden naar Newcastle vertrokken Onyewu toe. De hoofddoekjes zijn alleen in Amerika verkrijgbaar, en het was de Amerikaan die ze introduceerde aan de boorden van de Maas. Tchité vindt het wel grappig. ,,Zegt de dokter van Anderlecht dat we er een pak moeten bestellen? Dan kan hij best eens langs mij passeren.''
Tchité staat voor Afrikaanse ongedwongenheid. Wie het pad van de globetrotter kruist, krijgt geen hand dan wel een gebalde vuist tegen de knoken geduwd. Een beetje zoals de rappers dat zo stijlrijk doen. Ook voorzitter Roger Vanden Stock wordt zo begroet, leerden ons steevast de Europese verplaatsingen, met afspraak op de luchthaven van Zaventem. ,,De eerste keer was hij verrast, vroeg hij me ietwat verbaasd wat ik deed'', grapt Tchité. ,,Maar in mijn thuisland zijn we niet anders gewend, begroeten we elkaar altijd zo.'' Hoe hevig de supporters van Standard ook te keer gaan, er is meer nodig om de aanvaller uit zijn lood te slaan. Wat hij tijdens een hevig woedende burgeroorlog allemaal meemaakte, weten we niet. Daar praat hij ook niet over. Laten we het hier op houden dat hij 23 jaar geleden geboren werd uit een Rwandese vader en een Congolese moeder. Ze leven gescheiden van tafel, bed en land. Tchité ziet het levenslicht in Burundese hoofdstad Bujumbura, het heeft veel weg van een compromis.

Grote familie

Zijn vader geeft hem de officiële voornaam Mohammed mee, maar het is zijn grootmoeder die voor de opvoeding instaat. Voor zoveel toewijding dankt hij met een roepnaam die in het Belgische voetbal geschiedenis maakt: Mémé Tchité. De spits van Anderlecht zag haar de voorbije winter voor het eerst in vier en een half jaar terug. Toen hij een cassette met daarop zijn belangrijkste doelpunten uit de valies haalde, viel ze bijna om van verbazing. Familie is nooit een loos begrip in Afrika. En ze kunnen soms heel talrijk zijn, de familieleden. Komt daarbij: vrienden zijn ook familie. Verschillende bronnen vertellen dat Tchité bij zijn komst naar België soms centen te kort kwam om alle facturen te betalen, gewoon omdat hij alles wegschonk in zijn thuisland. Veel wil hij daar niet over kwijt, al maakt een half woord soms veel duidelijk. ,,Als een kameraad me belt om te vertellen dat zijn moeder in de kliniek ligt, heb ik het begrepen'', klinkt het fijntjes. ,,Ook al vraagt hij het niet, toch weet ik dat hij geld nodig heeft om medicamenten te kopen.'' Nimmer zal hij zijn roots verloochenen. Nog dit: vader is moslim, moeder christen. Een keuze maakte de zoon niet echt, al is hij diep gelovig. ,,God beslist over mijn carrière'', zo loopt het als een rode draad door al zijn interviews. Niet dat hij staat te springen om die te geven. Als er journalisten opduiken, blijven de woorden soms als visgraten in zijn keel steken. Dan houdt hij zich van de domme. Maar er zit veel meer in zijn hoofd dan velen vermoeden. Insiders weten dat hij verdomd intelligent is, maar zijn gereserveerde karakter laat hem vaak een andere rol spelen. Waar is dat hij altijd moest knokken voor zijn bestaan. Luxe heeft Tchité nooit gekend. Als kind maakte hij zelf zijn voetbal uit bijeengeraapte stukken stof. Hij speelde op blote voeten. Met dat ronde ding jongleerde hij altijd en overal, tot in de woonkamer toe. Op een dag sneuvelde een keurig gedekte feesttafel. ,,Als straf mocht ik een week lang niet voetballen, maar ik kon het amper één dag uitgehouden'', zo herinnert Mémé zich.Met de grote mensen mocht hij heel lang niet meedoen. Enkele kilometer verderop lag het stadion van Vital O, de plaatselijke eersteklasser. Hij trok geregeld naar de stad, maar ene Shabani Nonda (ex-Monaco) droeg hem op om ballen te rapen achter het doel. Het bloed kroop toch waar het niet gaan kon. Op zijn zestiende, in januari 2000, debuteerde hij voor Prince Louis.

Aruna wilde hem vroeger bij Anderlecht

De club behaalde voor het eerst in twintig jaar de landstitel. Kampioen, topschutter, beste speler, Tchité was een koning met vele ringen om de vingers. Het voortdurende gekibbel tussen de Burundese voetbalfederatie en de minister van Sport - waardoor de competitie om de haverklap stillag - liet hem toch uitwijken naar het Rwandese Mukura Victory Sports. Daar ontmoette hij een spelersmakelaar die hem op de Belgische markt introduceerde. Hij kreeg het niet op een zilveren schoteltje aangeboden. Charleroi, Anderlecht, Standard, overal moest hij testen afleggen. Anno 2002 scoorde hij met de invallers van paars-wit een pracht van een doelpunt, na een assist van Kompany. ,,Met mijn boezemvriend had ik gewed dat het zou lukken'', zo herinnert hij zich. ,,Ik heb er nog een gsm aan verdiend. Aruna is daarna nog mijn transfer gaan bepleiten.''
Anderlecht vond hem op dat moment blijkbaar toch te jong. Ook buiten het veld had Tchité het niet gemakkelijk. Na de beruchte alcoholtest dreigde een verkeerd beeld over hem te ontstaan. Plots stond hij op de voorpagina's van alle kranten. ,,Ze behandelden me als een dronkaard omdat ik één keer op stap was geweest en daarbij toevallig wat glaasjes op had.''De waarheid is volgens hem heel anders. ,,De politie heeft me die avond een verklaring afgenomen, en me daarna mijn sleutels teruggegeven. Dat wil toch zeggen dat ik niet dronken was? In het andere geval had ik net als iedereen een aantal uren in de cel moeten doorbrengen.'' Ondertussen oogt de toekomst weer rooskleurig. Het Belgische paspoort ligt klaar voor Tchité. Nummer vier is het, na de identiteitsbewijzen voor Burundi, Congo en Rwanda. Hij droomt dus van onze nationale ploeg en het WK 2010 in Zuid-Afrika. Zal de geschiedenis zich dan herhalen? Nu al beweren kwatongen dat hij niet met Frutos kan samenspelen in de spits - al bewees de match op Lierse het tegendeel -, wat moet dat dan worden met Emile Mpenza naast hem in de frontlinie? ,,Samen kunnen we schade aanrichten'', voorspelt hij. ,,Op Standard hebben we destijds nauwelijks 25 minuten samengespeeld: 10 op Sclessin, 15 op Germinal Beerschot. Emile scoorde op mijn aangeven, het omgekeerde gebeurde net niet. Ik besef het, nadat hij naar Hamburg vertrok, is iedereen op Sclessin me nog meer gaan vergelijken met Mpenza. Ik kreeg zelfs zijn nummer 25. Maar Emile is sneller dan ik, springt hoger dan ik. (lachend) Zet dus maar in op hem. Al kunnen we elkaar sterker maken.''

Marc Reunes

0 Reacties:

:
:
:

BloggerHacks

<< Home