donderdag, februari 22, 2007

De transformatie

Ja, de jongste tijd weinig blogbijdrages geleverd. Ik was onder andere twee weken in Senegal op een zonnige vakantie waar ik het gepresteerd heb elke nacht in een ander hotel te verblijven. Uitzondering was de zalige campement in Mauretaanse stijl op vijftig meter van de zee en tien meter van de Senegal rivier. Wat mij echter meest bijbleef was het volgende. Het begon in de gare routière van de stad Mbour. Wij zochten een taxi naar de godvergeten plaats Palmarin, met prachtige stranden en halfweg naar de Siné Saloum delta. Een taxichauffeur zou ons daarheen brengen voor 5.000 CFA (spreek uit: seefa). Ik snapte ondertussen iets van de prijsvorming en begreep dat dat veel te weinig was, dat er iets niet klopte. Dus wendde ik mij tot een oudere taxichauffeur die er eerlijk uitzag. Die wees er mij op dat het clando's waren, niet erkende taxichauffeurs die mij maar halfweg zouden brengen aangezien ze geen reputatie hoog te houden hebben. Ik vroeg hem wat zijn prijs was. 5.000 om mij halfweg te brengen. Niets goedkoper dus, maar ik stemde in omdat ik tenminste niet bedot zou worden. De taxichauffeur vroeg ons of wij er bezwaar in hadden dat zijn nichtje nog zou meekomen. Geen enkel probleem natuurlijk, het was een grote Peugeot die ons naar Joal Fadiout zou brengen.
Het nichtje had uitgedroogde lippen en een kapsel waarmee ze zou kunnen postuleren naar de functie van verdedigende middenvelder bij Beveren SK. Ze had enkele emmertjes met groenten en rijst bij zich. In Joal Fadiout (halfweg dus) bleek ze zeer nuttig: er was een oude vrachtwagen die naar onze bestemming vertrok maar er waren bijlange nog niet genoeg passagiers. Op mijn vraag ritselde ze een taxi voor ons, en betaalde daar haar deel van. De rit was fantastisch. De weg was zo slecht dat lokale taxichauffeurs die verlaten en doorheen een soort steppe een onnavolgbaar parcours volgen.
Onze medereizigster zorgde ervoor dat we logeerden op de campement van haar broer, wat ons uitstekend was, want het was de eerste toeristische slaapplaats die we aandeden die gerund werd door autochtonen. 's Avond was het feest. Een van de Duitse lesbische toeristen was jarig en had het campement de opdracht gegeven om te koken voor alle gasten en alle personeel (vandaar dat de zus voedsel was gaan inslaan). Wij waren daar met zijn tweetjes bijgekomen, maar dat vormde niet het probleem denk ik. Er daagde bijzonder veel autochtoon personeel op. "Wie is dat daar?" vroeg een Duitse aan de campement-uitbater. "Ah, lui, c'est mon frère." "En dat daar?" Ik vroeg mij af wat het mogelijke antwoord kon zijn. "Mon parrain, je le connais depuis son enfance." Enfin, er was eten genoeg maar na het feest wilden de autochtonen tamtam spelen en er waren maar twee djembe's. Dus werd er snel afgewassen en werden er potten en pannen uitgedeeld onder de autochtone gasten. Een hels kabaal volgde, maar wel ritmisch. En gezangen. Iedereen werd op zijn beurt in het midden van de kring gesommeerd om een dansje op te voeren en ook ik kon daar niet aan ontsnappen.
De beste drummer was barvoets, maar hij had een regenjas aan. Zijn kap had hij ver over zijn hoofd getrokken en zijn ogen zagen er duivels uit. Met een lepel en met een hand kon hij geweldig snel op een pot slaan. Hoe hij het deed om een hele avond niet op zijn eigen vingers te kloppen ... ik weet het niet.
Ster van de avond was Mbossa. Het meisje dat bij ons in de taxi zat had haar lelijke kapsel achtergelaten en zag er met haar korte kopje fris uit. Haar mooie witte gewaden, haar dansen, de manier waarop ze de tweede stem zong, ... impéccable. Daarom dat dit stuk de transformatie genoemd is.

0 Reacties:

:
:
:

BloggerHacks

<< Home