zaterdag, april 23, 2005

Armenia 1

Nu mag ik, net als mijn goede vriend B ook eens een reisdagboekpassage schrijven. Dat is veel makkelijker, dat voel ik zo.

Op het vliegtuig naar Moskou zat Business class afgeladen vol. De rest van het vliegtuig was nauwelijks bezet, op Russische hoeren na, van die goedkope creaturen die hun woede op de wereld koelen met parfumaanslagen.

Ik zat er ook, in Economy, om een fysische ontdekking te doen. Geen grote, nee, en eigenlijk betreft het meer een gewaarwording dan een ontdekking. Ik zal ze jullie desalniettemin meedelen. Met mijn vulpen was ik aantekeningen aan het maken op de prints van J's wedervaren die hier verschijnen. Ineens werd ik gewaar dat de letters die ik schreef dikker werden. Eerst dacht ik nog, het is inbeelding, het is dat parfum van de hoeren dat mij benevelt. Naarmate het vliegtuig verder steeg, werd het onbetwistbaar; mijn karakters werden geheel onleesbaar.

Lang kon ik sowieso niet schrijven want het Aeroflot-personeel was daar met het eten. Ik bereidde mij voor op het doorslikken van een communistische delicatesse maar het was ... lasagne. Niet makkelijk te herkennen weliswaar, want hij was net als mijn vulpen onderhevig aan afgenomen luchtdruk.

Schaftijd op een vliegtuig is voor sociologen een interessant moment: het gordijn tussen Business en Economy gaat dicht. Ik moet dan altijd loeren, ik wil weten wat ik mis. Economy moet het stellen met wegwerpservies. Business wordt sneller bediend. Dat is alles. Dat is kapitalisme, de suggestie dat geld je naar een betere wereld kan brengen.

De vlieger daalde zo snel dat mijn trommelvliezen het bescheurden. Ik keek rond en zag dat ik de enige was die leed. Toen wist ik weer; dit is een volk van kosmonauten, al zijn ze gereincarneerd als sletten.

De luchthaven van Moskou voelde vreemd aan omdat ik onmiddellijk botste op een politie-agent met een enorme kepie. De jongeman had een doodse blik in de ogen, een van: ik vind niets erg behalve het feit dat de schurken hier meer geld hebben dan ik. Veel Roemenen hebben dezelfde air.

Naar Armenie dan maar. Aeroflot had een vlieger uit de oude doos bovengehaald. Een met bloemetjesbehangpapier binnenin en zetels die ruiken naar rot zweet. Business Class bleef leeg; ik had onmiddellijk sympathie voor de Armeniers, zij laten zich niet vangen. Ondertussen vernam ik wel dat er in Yerevan al 10 Hummers rondrijden. Plat kapitalisme is als een Russische hoer: er zijn altijd kandidaten voor. Over de Russen verder geen kwaad woord meer; ik ben blij dat er een kosmonaut aan de stuurknuppel van dat antieke vliegtuig zat, landen leek mij niet simpel en ik ben opgetogen dat ik het nog kan vertellen.

Armeniers zijn bezorgde mensen. Een Armeense in Brussel, die ik van haar nog pluimen ken, had ik verteld dat ik naar haar land zou reizen. Alleen. Ze was zo ongerust dat ze heel haar familie opgetrommeld heeft om mij te helpen. Bij haar ouders kon ik logeren, haar werkloze schoonbroer zou mijn privechauffeur worden, haar zus kon mij alles over het land vertellen en haar nichtje, dat naar de mooie naam Tatevik luistert, zou mij elke dag gidsen.

Ik landde 's morgens om 3u30 in Yerevan en ze waren er met vier om mij op te halen. Ik mocht blij zijn dat er nog plaats was voor mij in de Volga.

Als ik de eerste keer naar het toilet ging, kwam mijn hospita mee om mij te tonen aan welke muur het papier bevestigd was. Jammer voor haar gaf ze mij geen les in hoe ik mijn gat moet afkuisen. Ik had haar veel tips van de hand kunnen doen, ik ben daar namelijk zeer goed in.

Gisteren een professor Russische literatuur gevonden. Hij zat alleen in het cafe dat hij na zijn uren openhoudt. Zijn favoriet is Pushkin. Ik heb het niet zo voor namen als klokken, maar nog veel minder verdraag ik namen als klokken waarover ik niets weet. Dus liet ik hem doceren. Hij kwam aandraven met de gegevens over de dichter die een mens in de encyclopedie vindt. Daar doe ik het niet voor, natuurlijk. Dus liet ik hem een gedicht voordragen en vertalen. De tekst leek mij een smartlap. Hij verdedigde zijn held, en zei dat er verschillende lezingen mogelijk zijn. Hij debiteerde het kwaad. En vervolgens cynisch, en verder nog verdrietig en gelaten. Dan ging hij over naar de regionale lezingen, op zijn georgisch, op zijn kazacks en op zijn tsjetsjeens. Heel grappig. Ik vraag mij af of een tekst van Paul Severs zich hiertoe zou lenen.

Voor ik vertrok uit zijn cafe, had de man nog een verrassing voor mij in petto: een karaoke. Zonder dat hij alcohol genuttigd had nam Pushkin Oladi, Olada, een gedrocht van de Beatles, onder handen. Het hoeft geen betoog dat dat geen goed idee was. Ik had wel wat op, en dacht bijgevolg het immerschone Don't cry for me, Argentina aan te kunnen. Hubris is het gebleken. Gelukkig was het cafe leeg. Zelfs mijn grapje om Argentina te vervangen door Armenia kwam niet over, de intonatie van de woorden ligt gans anders.

In de volgende aflevering: zal de Georgisch-Nederlandse presidentsvrouw Dusseldorf koffie serveren? En zal het Lac Sevan even mysterieus zijn als in het gedicht van de ezel?

0 Reacties:

:
:
:

BloggerHacks

<< Home